Dit is Witje, hij komt al een tijd in onze tuin. Normaal gesproken kan je twee mannelijke merels niet uit elkaar houden, maar Witje is erg opvallend. Hij heeft namelijk een witte stip op zijn rug.
Eigenlijk is deze witte stip één enkele witte veer, die gedeeltelijk bedekt is met zwarte veren. Daardoor lijkt het een witte stip. Op een dag ontdekten we deze bijzondere merel en merkten dat de witte stip niet verdween.
Hij kreeg een passende naam en begonnen hem steeds vaker op te merken. Al snel werd hij ons bonushuisdier. Ook ontdekten we dat hij een vriendin had en ze waren af en toe samen te zien. Deze mooie bruine merel noemden we Maartje. Maar Maartje was wel minder aanwezig dan Witje.
Nog meer bezoek
Als het lekker weer was, zaten we graag in de tuin. En Witje was er vaak ook. Hij kwam langs en propte zich helemaal vol met al het kippenvoer, brood en andere lekkernijen die we op de grond hadden gelegd. Zelfs zijn snavel zat helemaal volgepropt. En dan vloog hij altijd dezelfde kant op, waar hij een tijdje bleef. Maar hij kwam altijd weer terug.
Op een dag was hij daar weer, in gezelschap van een andere bruine merel. Eerst waren we ervan overtuigd dat dit Maartje was. Maar Witje gedroeg zich anders bij deze specifieke merel. Hij nam namelijk een hap van een stuk appel die op de grond lag en gaf dit in de bek van de bruine merel. Zo ging dat door tot het hele stuk op was. Best raar dachten we eerst, maar het kwartje viel al snel. Witje is vader.
Voor ons was het erg verwarrend dat deze jonge merel bruin was, net als zijn moeder. Maar blijkbaar zijn jonge merels bruin, met lichte stippen op de borst. In de herfst wordt deze verentooi vervangen door de kleur die bij een volwassen merel past. Daarom zien alle jonge merels er dus hetzelfde uit, en kan je niet zien welk geslacht het heeft.
In totaal ontdekten we dat Witje drie jongen had, maar ze waren zelden bij elkaar. Als we geluk hadden was er één jonge merel aanwezig. En Witje was er dan uiteraard ook om een oogje in het zeil te houden.
Garage
De jonge merels waren angstig voor ons en meer afwachtend dan hun ouders. Als we buiten zaten kwamen ze nooit dichtbij en als je langsliep waren ze snel weg. Vaak schuilden ze in een boom of struik om goed te observeren en vlogen wat onhandig rond.
Op een ochtend hadden we de garagedeur openstaan. En die staat eigenlijk altijd open omdat onze kip Kim haar eieren daar wilt leggen. Maar deze ochtend was daar een jonge merel in gevlogen. Dat zorgte voor grote paniek bij het jonge vogeltje. Maar ik kon het niet laten een mooie foto te maken.
Toen ik voor de tweede keer de garage binnenkwam vloog de vogel keihard tegen het raam. Met een grote klap was de vogel helemaal beduusd. Hij zat op een kleine balk op het plafond, bevroren. Ik vond het enorm zielig en omdat ik hem zo snel mogelijk de vrijheid gunde, besloot ik hem te pakken.
Langzaam benaderde ik hem met mijn handen. De vogel verroerde geen veer en gaf zich helemaal over. Hij voelde enorm zacht en fragiel maar verzette zich toch een beetje. Snel maar teder bracht ik hem naar buiten. Mijn handen lieten hem iets boven de grond los. Meteen fladderde hij weg en landde op een schuurtje nabij. Daar zat hij, met zijn snavel open van de schrik.
Witje was zenuwachtig heen en weer aan het vliegen alsof hij zijn kleintje miste. Hij lande op een bloempot naast me een keek indringend. “Sorry Witje, ik kon niet anders”, zei ik tegen hem. Hopelijk snapte hij wat ik bedoelde, want het voelde alsof ik zijn kleintje wat ergs had aangedaan. Daarna vloog hij op het schuurtje naar zijn kind.
Gelukkig was iedereen er met de schrik vanaf gekomen. In de dagen daarna zagen we nog vaak kleine merels in de tuin. Hopelijk was één daarvan de merel die in de schuur zat. Maar helaas kunnen we ze niet uit elkaar houden. Witje daarintegen was dagelijks te zien en heeft veel zaadjes, appels, druiven, kippenmeel en ontbijtrestjes op. Voorlopig waren we nog niet op ze uitgekeken. En wie weet vliegt volgend jaar een jonge merel in jouw buurt, met een witte stip op de rug. Want dat kan zomaar het kind van Witje zijn.